Besterveld, Ton
Het Nieuwe Testament, 2016
De Christengemeenschap
Aanleiding en totstandkoming
Ton Besterveld (1950) is sinds 1995 geestelijke in de Christengemeenschap. Zijn vertaling van het Nieuwe Testament is niet los te zien van de versies die deze religieuze beweging gebruikte. Dat waren die van H. A. P. J. Ogilvie (1968) en E. J. L. Lantsheer (1992). De vertaling is speciaal bedoeld voor gebruik binnen de Christengemeenschap. Zij lezen uitsluitend uit het Nieuwe Testament.
Toen behoefte was aan een herdruk rees de vraag of een herziening of zelfs een geheel nieuwe vertaling gewenst was. Taalkundige modernisering bleek onvoldoende. De synode van geestelijken besloot in 2012 dat er een nieuwe vertaling moest komen. Besterveld: “Wij hechten daarbij aan een adequate en transparante vertaling uit het Grieks. Transparant vooral voor de geest, die zich in de tekst uitdrukt. Omdat de gangbare vertalingen naar onze indruk die geest niet altijd lijken waar te nemen gebruiken wij eigen vertalingen.”
Besterveld is persoonlijk verantwoordelijk voor de vertaling. Zijn werk werd door een aantal personen besproken en nagelezen. Gemeente Zutphen van de Christengemeenschap heeft delen van de vertaling in diverse stadia horen voorlezen. Als basis is het bekende The Greek New Testament van Nestle-Aland gebruikt. Ook zijn andere Bijbelvertalingen geraadpleegd: NBG-vertaling, Herziene Statenvertaling, Willibrordvertaling en de Naardense Bijbel.
Kenmerken van de vertaling
De Christengemeenschap heeft een krachtige relatie met de antroposofie. Die denkbeelden schijnen door in de tekst en vormden de basis voor heel wat vertaalkeuzes. Hier volgen twee voorbeelden.
Een opvallend kenmerk is het veelvuldige gebruik van het woord ‘geestlicht’. Bijvoorbeeld in Johannes 17:5. NBV gebruikt in dat vers ‘grootheid’ én ‘majesteit’. Veel andere vertalingen kiezen voor ‘heerlijkheid’ of ‘glorie’. Besterveld vertaalt: “Vader, neem mij nu op in uw geestlicht, met het geestlicht dat ik bij u had, voor dat de wereld bestond”. En in Lukas 21:27: “In die tijd zullen zij de Mensenzoon zien verschijnen, die komt in een wolk, met machtige beweging en stralend geestlicht.” Het argument van de vertaler: “Het begrip doxa wordt gebruikelijk vertaald met ‘heerlijkheid’ maar dat heeft weinig beeldkarakter en geeft daardoor onvoldoende weer waar het om gaat: dat een geestelijk wezen zich in volle geestelijke werkelijkheid manifesteert. Dat betekent vooral veel licht als wezenskenmerk van de goddelijke wereld. Daarom gebruik ik het woord ‘geestlicht’ en breng ik het werkwoord doxasqai ook in verband met licht.”
Een tweede kenmerk is de vertaling van ‘rechtvaardigheid’. Besterveld vindt de term soms te juridisch aandoen en geeft het woord weer met ‘zich houden aan de goddelijke wet’ of ‘goddelijk leven.’ Een citaat uit Jakobus: “Abraham geloofde God en daarom ontving hij goddelijk leven.”
De stijl van de tekst vertoont overeenkomsten met recent verschenen vertalingen. De taal is modern, respectvol en serieus. De aanspreekvormen zijn eigentijds. Petrus zegt tegen Jezus: “Jij bent de Christus, de zoon van de levende God.” Jezus zegt ‘jij’ tegen Pilatus (de ‘landvoogd’). Maar uit respect zegt Jezus ‘gij’ tegen zijn vader in Johannes 17. Wat details: De astrologen die Jezus bezochten zijn ‘priesterwijzen’. Het Sanhedrin is ‘de Hoge Raad’. Het dienstmeisje ‘Rhodé’ is vertaald met ‘Roos’. De ‘kelk’ wordt in de cultus van de Christengemeenschap gebruikt. ‘Genade’ en ‘tollenaars’ zijn niet gemoderniseerd. Een combinatie van verouderde woordkeus én antroposofie komt voor in de Bergrede. Jezus zegt daar: “Zalig zijn zij die hongeren en dorsten naar goddelijk leven, want zij zullen worden verzadigd.”
Vormgeving
Het uiterlijk van het boek is bijzonder verzorgd. Men kan kiezen uit twee kleurige omslagtypen. Daarop staan abstracte illustraties van Sonia van der Klift. Op de scheiding van enkele Bijbelboeken zit een monochrome illustratie van van der Klift. Elk Bijbelboek wordt voorafgegaan door een overzicht per hoofdstuk in een paar pakkende woorden. Bij Hebreeën 11 staat: ‘De kracht van het geloof’.
Achterin vinden we bijlagen:
- Verwijzingen naar het Oude Testament en opmerkingen
Namen en afkortingen van de boeken van het Oude Testament
Verwijzingen naar het Oude Testament - Woordverklaringen en opmerkingen
Dit deel omvat voornamelijk betekenissen van persoonsnamen. Een voorbeeld: ‘Matthias (Gr) = Mathanja (Hbr) = geschenk van Jahweh’. Maar bij ‘Halleluja (Hbr) = loof de Heer’ wordt geen rekening gehouden met Gods naam. Bij ‘Melite’ wordt verklaard dat Paulus niet op Malta gestrand zou zijn maar op het eiland Kefalonia. (H. Warnecke; 1987). - Vergelijkend overzicht van de vier evangeliën
In vier kolommen worden parallelle of synoptische passages weergegeven - Kaarten
Zeven kaarten, waaronder Palestina, Jeruzalem en Paulus’ reizen