Nicolaas DE JONGE
Het Nieuwe Testament, 1890
Britsch- en Buitenlandsch Bijbelgenootschap, Brussel
Nicolaas de Jonge werd in 1845 te Goes in Zeeland geboren. Zijn religieuze vorming ontving hij voornamelijk van H.J. Buddingh, predikant van een groeiende Vrij- Evangelische gemeente. Buddingh was een sociaal bewogen man met een hart voor de minder gegoede klasse en genoot vooral bij het eenvoudige volk een groot gezag. Zijn behulpzame aard bracht hem er zelfs toe een christelijke school te openen. Tegenover deze achtergrond moet de biografie van De Jonge gesitueerd worden. Na het afronden van zijn theologische studies in Leiden en Utrecht, vertrekt hij in 1874 naar Brussel. In zijn evangelisatieijver werkt hij een plan uit voor een interkerkelijke Vlaamse opleidingsschool die in 1876 functioneel werd. Er ontstonden posten in Etterbeek (1880), Laken (1883) en Anderlecht (1885). In 1887 legt hij het predikantschap neer om zich als directeur enkel toe te leggen op de Stadsevangelisatie. In functie van zijn zendingswerk in Vlaanderen gaf De Jonge in 1883 zijn Vlaamse vertaling van het Lukas-evangelie uit, gevolgd door een volledig Nieuwe Testament in 1890 . De maturiteit daartoe zou hij, naar eigen zeggen, te danken hebben gehad aan zijn Leidse leraar, professor Cobeth. Mettertijd zag de bestuursraad zich genoodzaakt de opleidingsschool op te heffen wegens gebrek aan leerlingen. Tien jaar later werd echter een nieuw opleidingsprogramma opgezet naar het model zoals De Jonge destijds begonnen was. Wegens zijn overlijden in 1898 mocht hij deze gebeurtenis niet meer meemaken.