Evangelische Bijbelvertaling (EBV24)
Bible Factory 2024
De Evangelische Bijbelvertaling heeft drie nogal opvallende kenmerken. Ten eerste is hij gemaakt om mee te evangeliseren. De naam zegt het al. Daarom is de taal heel toegankelijk en de prijs heel laag. Ten tweede is het Nieuwe Testament gebaseerd op de Aramese Peshitta in plaats van de Griekse grondtekst. Ten derde wordt Gods naam indirect weergegeven in het Nieuwe Testament. Deze drie kenmerken maken deze vertaling uniek.
Achtergrond
Voor het maken van een Bijbelvertaling is altijd een aanleiding. Soms is het ontevredenheid over andere vertalingen. Of is er gewoon behoefte aan een modernere. In dit geval is evangeliseren het hoofddoel: het bekendmaken van de Bijbelse boodschap. Uit de verantwoording van de EBV24 blijkt diep respect voor de inhoud. In 2010 is gestart met de vertaling. Die verscheen vanaf 2020 alleen digitaal (zie link) en in een app voor Android. In 2023 verscheen de vertaling in druk. De vertaler is Joop Ossewaarde (1950). Hij werkte met een klein team, onder anderen met proeflezers. Er wordt niet vermeld wie meegewerkt heeft en wat hun specialisme is. Ook Ossewaarde zelf is verder nogal anoniem. Het wordt ook niet duidelijk welke geloofsrichting de basis is voor de EBV. Bij evangelisch denk je aan de Pinkstergemeente, maar het woord Pinksteren komt niet voor in deze Bijbeltekst. De aantekeningen en verklaringen in de digitale studieversie duiden soms op een Joodse achtergrond. Zo is er een bijzonder lang artikel: ‘De Joodse huwelijkssluiting’. Dan weer schijnt een gereformeerde inslag door in het artikel: ‘Het zwijgen van de vrouw in de Gemeente’.
BRON
De verantwoording geeft geen informatie over de exacte brontekst die is gebruikt voor het Oude Testament. Wel is er ‘bijzonder intensief gebruikgemaakt van het Bijbelcommentaar van Keil & Delitzsch’. Dat geldt ook voor de Pentateuch van Joël Vredenburg en de Korte Verklaring van de Heilige Schrift.
Over het Nieuwe Testament zegt het voorwoord: “De Evangelische Bijbelvertaling (EBV) berust wat betreft het Nieuwe Testament op de tekst van het Aramese Nieuwe Testament, genaamd de Peshitta, waarvan het oudste manuscript in de 5e of 6e eeuw n. Chr. wordt gedateerd. De tekst van dit Aramese Nieuwe Testament is vanaf die tijd ongewijzigd gebleven en kent dus geen kleine en grote varianten zoals die in de bronnen van het Griekse Nieuwe Testament worden aangetroffen”. Men stelt dat er maar kleine verschillen zijn met het Grieks en dat dit voor de ‘doorsneelezer van de Bijbel’ uiteindelijk geen verschil zal maken. Ondanks dit standpunt is wel de Griekse schrijfwijze van eigennamen overgenomen.
Kenmerken
Wat stijl en karakter betreft is de vertaling wat eenvoudiger dan de Herziene Statenvertaling. Maar hij is wat gedragener dan de Bijbel in Gewone Taal.
Neem bijvoorbeeld Spreuken 27:12.
HSV: Een schrandere ziet het kwaad en verbergt zich.
BGT: Verstandige mensen beschermen zichzelf tegen gevaar.
EBV24: Wie oplettend is, ziet het kwaad en verbergt zich.
Maar iemand die oplettend is hoeft niet altijd verstandig of schrander te zijn.
De meest gebruikte aanspreekvormen zijn ‘je’ en ‘jij’. Maar niet tegen God en Jezus. Als een persoon eerbiedig wordt aangesproken, zoals een koning gebruikt de EBV24 ook ‘u’.
Toevoegingen/aanvullingen op de brontekst die de huidige vertaling leesbaarder maken, zijn cursief. Soms is dat slechts een deel van een woord. Voorbeelden: tentkleed, fluweelzachte en toornuitbarsting. Die werkwijze wordt ook gevolgd om moeilijke woorden te vermijden. Pascha is ‘Voorbijgaansoffer’, Pinksteren is het ‘Vijftig Dagen Feest, dat is Pinksteren’. De ark van het verbond is ‘de Kist’. De Tabernakel is ‘een Heiligdom’ of ‘de Woning’. Ouderlingen zijn ‘oudsten’. De wijzen uit het oosten in Mattheüs 2 zijn ‘sterrenkenners’. Zij bezoeken volgens de EBV24 ‘de Jongen’, terwijl de meeste vertalingen ‘het kind’ hebben. Dat komt omdat de Peshitta daar zes keer ‘de Jongen’ heeft. – Zie ook het boek ‘Het Nieuwe Testament volgens de Peshitta’ van Egbert Nierop (2023).
Zoals eerder gezegd zijn er veel aanvullende artikelen in de digitale edities van deze vertaling. Daarin vinden we veel onderstrepingen (dit zijn geen hyperlinks), uitroeptekens en diverse kleuren. Hoewel er veel research inzit, ziet het er nogal schreeuwerig uit. Aan de inleidingen per Bijbelboek wordt nog gewerkt. Er zijn namelijk pas vijf artikelen beschikbaar over de Bijbelboeken van het Nieuwe Testament. De tekst is dooraderd met noten. Ze beginnen veelal met: “… dit is de lezing van de Aramese Peshitta.” Daarnaast zijn er veel kruisverwijzingen.
Gods naam
De EBV24 maakt onderscheid tussen ‘elohim’ (meervoud): weergegeven als ‘GOD’ en ‘el’ (enkelvoud): weergegeven als ‘God’. In het Nieuwe Testament is het Aramese ‘Aloha’ – het equivalent van ‘elohim’ – ook vertaald als ‘GOD’. Dat is ongeveer 1200 keer.
In het Oude Testament gebruikt de EBV24 ‘HEER’ of ‘de HEERE’, waar volgens de verantwoording ‘in het Hebreeuws van het Oude Testament sprake is van de Naam ‘JaHWeH’’. Dat is ruim 6500 keer. Deze methode is gelijk aan die van de Statenvertaling (zie daar kanttekening 7 bij Genesis 2:4). Bij ditzelfde vers zegt de noot van de EBV24: “Een Jood vermijdt het uitspreken van deze Naam vanwege de heiligheid van die Naam en spreekt dan eerbiedig van ‘mijn Heer’ (Adonai) of van ‘de Naam’ (Ha-Shem). Overigens is het maar de vraag of die eerbiedigheid niet een ogenschijnlijke eerbiedigheid is”. – Voor de vertaling van Gods naam in het Oude Testament, zie Biblia Neerlandica: Godsnaam.
Omdat in het Aramese Nieuwe Testament op 240 plaatsen de naam van God voorkomt, is hier ook gekozen voor ‘HEERE’. Dat geldt vooral als er uit het Oude Testament geciteerd wordt. Een krachtig voorbeeld is Mattheüs 4:10 waar Deuteronomium geciteerd wordt. “Toen zei Jezus tegen hem: “Ga weg satan, want er staat geschreven ‘De HEERE, je GOD, zul je aanbidden en Hem alleen dienen.’” De redactie zegt dat dit in Nederlandse vertalingen uniek is. Strikt genomen is dat ook zo, maar ook hier lezen we geen echte naam maar een titel. Alleen de Nieuwewereldvertaling heeft in het Nieuwe Testament 237 keer de naam ‘Jehovah’. Er is wel iets eigenaardigs in de bijschriften bij de plattegronden en tekeningen. Daar staat namelijk vier keer: ‘JaHWeH’.
Uitvoering
Boek
Het formaat, de zachte kunstlederen band en de twee leeslinten maken de standaardversie tot een aantrekkelijk boek. De bladzijden zijn zo ingedeeld dat er minder papier nodig is: slechts 1244 pagina’s. Ook is er dun papier (30 grams) gebruikt. Helaas is dat nogal doorschijnend. De tekst van de andere zijde is bijna te lezen. Dat is vooral bij de rode kaders rond de titels van de Bijbelboeken. Het hindert de leesbaarheid. De versnummer zijn bijzonder klein en in rood. Er is ook een grote-letteruitgave in kwartoformaat.
Naast de gebruikelijke kaarten zijn er ook diverse smaakvolle en gedetailleerde tekeningen en opengewerkte afbeeldingen (16 pagina’s). Daarop zien we onder anderen de Ark van Noach, de tabernakel en de tempel. Maar ook kijken we in het Sanhedrin en in een wijnpers.
Digitaal
De EBV24 is ook digitaal te lezen. Omdat hij op diverse platforms wordt aangepast en aangevuld, is daardoor de meest actuele versie beschikbaar.
- App: EBV voor Android (studie-uitvoering).
- App: Bijbel van Life.church / YouVersion (geen studie-uitvoering).
- Webapp: www.evangelischebijbelvertaling.nl.
Kritiek
Bijbelwetenschapper Sam Janse, die heeft meegewerkt aan de revisie van de NBV, heeft forse kritiek op de EBV24. Hij stelt in een artikel in het Nederlands Dagblad (8 september 2023) dat de vertaling zo goedkoop is doordat er blijkbaar geen taalexperts bij betrokken waren. Ook hekelt hij het feit dat Joop Ossewaarde zich pas tijdens het vertalen het Hebreeuws heeft eigengemaakt. Volgens Janse gebruikte Ossewaarde voor het Nieuwe Testament de oude Syrische vertaling van de Peshitta in Hebreeuwse letters omdat hij het Grieks niet beheerst. Janse verwerpt ‘de goede argumenten voor de gedachte dat de Aramese Peshitta de oorspronkelijke tekst zou kunnen zijn’. Hij zegt: “Het is volstrekt duidelijk dat de Peshitta een vertaling is uit het Grieks. Geen serieuze wetenschapper die de materie kent, ontkent dat”.
Door een eigen vertaling te maken en dus de rechten daarvan te bezitten, kan een Bijbel zonder winst, en dus voor een lage verkoopprijs aangeboden worden. Daarmee maakt de Evangelische Bijbelvertaling haar naam en doel meer dan waar. Lezers zullen de EBV24 waarschijnlijk niet naast de bronteksten houden, maar kunnen zich met deze vertaling een toegankelijke Bijbel veroorloven.