Mechelse Bijbel – De Heilige Boeken

Mechelse Bijbel – De Heilige Boeken

Vertaald en toegelicht door dr. J. H. van Leeuwen
2022 Royal Jongbloed, Leeuwarden

Aanleiding

Mechelse Bijbel
Job – Psalmen (2021)

Aanvankelijk was dr. J. H. van Leeuwen hervormd predikant. In 1985 is hij katholiek geworden en in 1993 werd hij priester. Na zijn emeritaat in 2008 is hij in het Nederland-Limburgse Mechelen, gaan wonen. Volgens de vertaler paste verhuizen naar het zuiden beter bij zijn overgang naar het katholicisme. Daarom heet zijn Bijbelvertaling: Mechelse Bijbel. Die is min of meer toevallig en geleidelijk ontstaan. Eerst vertaalde hij een stuk tekst, een psalm, voor eigen gebruik. Later verscheen het deel: Job en Psalmen [*] kort daarna de eerste vijf boeken van het Nieuwe Testament. In 2022 verscheen de complete Bijbel, inclusief de apocriefe of deuterocanonieke boeken. Van Leeuwen schat er in totaal zo’n 35 jaar over gedaan te hebben. “Het was oorspronkelijk niet het doel om het werk uit te geven”. In het Woord vooraf zegt hij: “Ik ben mijn eigen ‘doelgroep’ geweest. Maar omdat u er misschien ook iets aan hebt, heb ik haar toch maar vrijgegeven voor publicatie”. Uit alles blijkt dat dit inderdaad een privé-project was. Uit de stijl van zijn vertaling en de verklaringen ademt diep respect voor de Bijbel. Hij stelt dat ‘God zelf in haar aan het woord is’. Van Leeuwen wilde een literaire vertaling maken, die toch ook dicht bij de grondtekst blijft. – [*] Deze uitgave werd in 2021 op Biblia Neerlandica in de nieuwsrubriek aangekondigd

Uitgangspunten

De Mechelse Bijbel is een soloproject. Het resultaat is niet gebaseerd op afspraken of van tevoren vastgelegde uitgangspunten. Van Leeuwen vermeldt niet welke brontekst of welk uitgangsprincipe hij gebruikte. Wel verwijst hij in de verantwoording voor een gedetailleerde wetenschappelijke verantwoording van zijn uitgangspunten, naar zijn boek: ‘Zo spreekt de Heer, over de inspiratie van de heilige Schrift en haar gevolgen voor de bijbelwetenschap’, Tegelen 2001. Daarin staan geen compact geformuleerde uitgangspunten. Wel heel veel informatie waaruit blijkt hoe van Leeuwen denkt over Goddelijke inspiratie en de samenhang van de heilige boeken. Hij ziet de Bijbelschrijvers als ‘levende en heel persoonlijke verkondigers […] van Godswege’. Hij zegt dat zijn stijl ‘anders dan in de historisch-kritische wetenschap gebruikelijk is’. Hoewel dus geen bronteksten worden genoemd, stelt hij in zijn boek dat ‘het geïnspireerd karakter van de Septuaginta door de vaders algemeen aanvaard is’. Ook heeft de vertaler het over de Vulgaat als ‘weliswaar niet geïnspireerd maar wel authentiek en volledig betrouwbaar’. In welke mate deze twee werken een rol speelden bij het vertalen, is dus onduidelijk.

Kenmerken

Van Leeuwen zegt in een interview in het Reformatorisch Dagblad: “Lezers van mijn vertaling zullen de geur van de Statenvertalers ruiken, dat kan bijna niet anders”. De vertaler heeft geprobeerd de verschillende stijlvormen en genres recht te doen. Proza is als proza vertaald en poëzie als poëzie. Hij stelt in zijn boek: “Zij moet worden voorgedragen en gehoord, zij is vooral verkondiging. […] Zij is er vooral voor bedoeld om op de knieën te vallen en aandachtig te luisteren”. De vertaler startte dus ongeveer 35 jaar geleden, rond 1985. Dat is kort na de uitgave van de Groot Nieuws Bijbel. Omdat de laatste een parafrase-vertaling is, zijn de twee niet goed met elkaar te vergelijken. De stijl van de Mechelse Bijbel is moderner dan de Nieuwe Vertaling-1951. Het taalgebruik is gedragen, literair en plechtig, maar vooral persoonlijk: het werk van één persoon.

Van Leeuwen gebruikt nog steeds ‘gij’ en eerbiedskapitalen. En voor ‘heel de aarde’ gebruikt hij consequent ‘de ganse aarde’. De ‘ark van het verbond’ is ‘schrijn van het verbond’. Jozef klinkt nogal afstandelijk tegen zijn broers in Genesis 45:5: “Ik ben uw broeder Jozef, die gij naar Egypte hebt verkocht”. En Jona is ‘in het ingewand van de vis’. In Hooglied 1:10 staat: “Uw wangen zijn lieflijk tussen de spangen”. Dat woord wordt ook in de Statenvertaling gebruikt. Een jonge lezer zal voor de betekenis een woordenboek nodig hebben. Andere vertalingen gebruiken daar modernere synoniemen voor sieraden. Een sterk contrast tussen gedateerde tekst en eigenzinnigheid is Spreuken 27:11. “Een slimmerik verbergt zich als hij het kwaad ziet, maar een domoor gaat door en bezuurt het”. Jezus wordt ‘Mensenzoon’ genoemd, dus zonder genitief. Maar er is wel ‘de maaltijd des Heren’. Hebreeën 1:3 valt op door de term ‘de afstraling van zijn heerlijkheid’ in plaats van het veelgebruikte ‘weerspiegeling’. Deze vertaling is hier weer heel actief en dynamisch. De katholieke inslag in de vertaling blijkt uit 1 Timotheüs 3:1. Daar staat ‘bisschop’ voor dienaar of diaken en ‘priester’ voor opziener of ouderling. De Mechelse Bijbel houdt zich niet consequent aan de laatste spellingregels. Dat is logisch omdat het aanvankelijk niet de bedoeling was hem uit te geven. Het leidt wel tot ‘looft’, ‘zingt, en ‘komt’. Gods naam wordt weergegeven als ‘de Heer’. Die keuze wordt niet verklaard.

Hier volgt een karakteristieke vergelijking van Klaagliederen 2:1. Opvallend zijn het gebruik van eerbiedskapitalen en het uitroepteken.

  • Mechelse Bijbel: Hoe omwolkt in Zijn toorn de Heer de dochter van Sion!
  • Statenvertaling: Hoe heeft de Heere de dochter Sions in Zijn toorn bewolkt!
  • Nieuwe Vertaling-1951: Hoe hult de Here in zijn toorn de dochter Sions in wolkenfloers!
  • Naardense Bijbel: Ach, hoe heeft mijn Heer in zijn woede de dochter Sions omwolkt.
  • Nieuwewereldvertaling: Ach, Jehovah heeft de dochter Sion met de wolk van zijn woede bedekt!
  • NBV21: Ach, hoe hult de Heer in zijn toorn Sion in donkere wolken.
Verklaringen

Om aan de kerkelijke regel te voldoen zijn er verklaringen toegevoegd. Dat maakt de Mechelse Bijbel niet tot een katholieke Bijbel in formele zin. Er zijn namelijk geen officiële kerkelijke goedkeuringen. Maar juist die uitgebreide verklaringen zijn essentieel. Ze zijn heel waardevol en zo informatief dat ze als los boek zouden kunnen worden uitgegeven. De auteur maakt lange zinnen met veel komma’s. Ook in dit gedeelte is de stijl wat archaïsch. In de verklaringen is ook de katholieke achtergrond merkbaar. Bijvoorbeeld bij 2 Timotheüs 4:21 waar Linus de opvolger van Petrus wordt genoemd. Er staat: “Hij was dus de eerste paus”. In een aantekening over de doodzonde wordt gesproken over ‘het grote sacrament van de biecht’. Ook zijn er talloze verwijzingen naar de ‘Griekse vertaling’. Daarmee wordt gedoeld op de Septuaginta. De kracht van de verklaringen zit in de achtergrondinformatie over Hebreeuwse en Griekse grondwoorden.

Een voorbeeld van een aantekening, Prediker 3:16: “Hier staat het Hebreeuwse woord tsèdèg, dat duidt op de door God geschapen orde van de ganse schepping, en dan in het bijzonder op de morele natuurwet, terwijl in de voorgaande regel het ‘recht’ voorkomt, in het Hebreeuws misjpat, een woord, dat veeleer het ‘oordeel’ aangeeft, of de ‘rechtsspraak’, en dan de uitgewerkte rechtsregels van hetgeen tegenwoordig wel het ‘positief recht’ wordt genoemd, maar dat altijd op de tsèdèg moet zijn gebouwd, wil het rechtvaardig zijn”.

Uitgave

De complete Mechelse Bijbel is, net als de twee eerder verschenen delen, een luxe hardgebonden boek met linnen kaft en leeslinten. Het heeft maar liefst 2677 genummerde bladzijden, waarvan bijna 600 aan de verklarende noten zijn besteed. De tekst is in één kolom per bladzijde gezet. In de linker marge zijn de versnummers om de vijf weergegeven. De tekst wordt – naast witregels – ingedeeld door soms de eerste regel in hoofdletters te zetten. Dat gebeurt bijvoorbeeld in Numeri 20 en 21. Daar begint elke volgende reisdag door de woestijn met de eerste woorden in hoofdletters: ‘EN ZIJ BRAKEN OP’. Citaten uit bijvoorbeeld het Oude Testament zijn cursief gedrukt (bijvoorbeeld Lukas 22:37; Johannes 15:25). Het boek bevat achterin 26 gestileerde kaarten, een tabel van de koningen van Israël en Juda en dwarsdoorsneden van delen van de tempel en zijn attributen. Omdat ze op hetzelfde dunne papier als de hoofdtekst zijn gedrukt, schijnen ze nogal door. De enorme prestatie van dr. J. H. van Leeuwen is gelukkig niet alleen op zijn boekenplank in Mechelen gebleven, maar is nu voor een groot publiek toegankelijk.