POUKENS, J.B. SJ.
Het Nieuwe Testament, 1948
Brepols, Turnhout
Poukens werd in 1882 te Maaseik geboren. In deze stad ontving hij ook een Latijnse opleiding aan het Kruisherencollege. Na het behalen van zijn kandidatuur in de klassieke letteren en filosofie, trad hij toe tot de orde der Jezuïeten en studeerde achtereenvolgens te Oudenbroek en Valkenburg. In Leuven behaalde Poukens zijn doctoraat in de klassieke letteren op een proefschrift over de Latijnse opschriften in Afrika. Aan het einde van zijn universitaire opleiding rees bij hem het verlangen zich toe te leggen op de vergelijkende godsdienstwetenschappen. Na zijn priesterwijding, rond het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, fungeerde hij enige tijd als aalmoezenier voor de soldaten van de forten rond Namen. Hij verbleef ook enkele jaren in Leuven, maar vertrok daarna naar Antwerpen bij de oprichting van het Ruusbroec-genootschap, waarvan hij als secretaris werd aangesteld en waar hij verantwoordelijk was voor de groeiende bibliotheek. ‘Pater’ Poukens stierf in 1962.
Hij schreef verschillende werken met religieuze inslag. Zijn levenswerk (waarbij zijn gedegen kennis van het Grieks hem bijzonder nuttig bleek) was de integrale vertaling van het Nieuwe Testament in het Nederlands. Deze werd uitgegeven in 1948. De vertaling presenteert een tekst die vooral trouw wil zijn aan de brontekst. Poukens geeft klaarblijkelijk de voorkeur aan letterlijkheid door ‘één en hetzelfde Griekse woord in één en hetzelfde of in gelijkend zinsverband steeds door hetzelfde Nederlandse woord te vertalen’. Uit eerbied voor Gods Woord wil de vertaling ‘niet alleen den zin juist weergeven, maar ook de Griekse woordorde eerbiedigen’, waar de vertaler dit taalkundig verantwoord vond. In 1960 volgde nog een herziene uitgave van de vier evangeliën.