Philippus Laurentius VERHULST
Het Nieuwe Testament, 1717
Franciscus Muller, Antwerpen & F. & D. vander Ween, Ghendt
Evenals Gilles De Witte was Philippus L. Verhulst uit Gent afkomstig. Hij was tot 1719 rector aan het college in Diest. Gezien zijn houding tegenover de pauselijke bul Unigenitus wordt hij gedwongen deze fuctie neer te leggen waarna hij uitwijkt naar Leuven. Na verloop van tijd wordt ook daar een theologische klimaatsverandering voelbaar en verhuist hij in 1729 naar de Noordelijke Nederlanden. Verhulst vindt een verblijf in Amersfoort waar hij vanaf 1736 aan het seminarie van de oud-bisschoppelijke Clerezie theologie doceert. Dit bleef hij tot zijn overlijden op 15 juni 1753. Ofschoon hij clericus was, schijnt hij geen priester te zijn geweest.
Hoewel Verhulst vanuit de Vulgaat vertaalde, is de invloed van de vertaling van Mons (1667) onmiskenbaar. Dit Franstalige Nieuwe Testament werd achtervolgd door verscheidene kerkelijke afkeuringen. Zelfs al in het jaar van verschijning door de aartsbisschop van Parijs, gevolgd door veroordelingen vanuit Rome in 1668 en 1679. Tegen deze achtergrond is het opmerkelijk dat de vertaling van Verhulst toch kerkelijke goedkeuringen ontving. In het voorwoord staan zowel aanbevelingen afgedrukt van de Antwerpse censor als van diverse Leuvense ‘doctoren in de godgeleerdheid’. Een verklaring zou kunnen zijn dat hij goede relaties onderhield met personen die in de Zuidelijke Nederlanden niet onder verdenking stonden van jansenisme.
Algemeen wordt aangenomen dat de vertaling van Verhulst een bescheiden rol heeft gespeeld binnen de Oud-Katholieke Kerk. Toch is het deze vertaling, en niet de herziene vertaling van Van der Schuur door Petrus Buys (1846 en 1884), die zelfs tot in de 20e eeuw veelvuldig heruitgegeven werd. Een hele reeks herdukken verschenen in 1721, 1825, 1838, 1865, 1868, 1887, 1912, 1923 en tenslotte in 1929. Bij de uitgave van 1865 werd het Oude Testament van Van Winghe mee ingebonden.