Herman C. VOORHOEVE
Het Nieuwe Testament; 1877
H.C. Voorhoeve Jzn., ’s Gravenhage
In 1877 verscheen de eerste druk van het Nieuwe Testament van Voorhoeve of de ‘Voorhoevevertaling’, genoemd naar de uitgever ervan: de heer H.C. Voorhoeve Jzn. te ‘s- Gravenhage. Over de identiteit van de vertaler(s) bestaan geen officiële gegevens. Toch kan men vrij zeker stellen dat de vertaling in hoofdzaak door de uitgever, Herman Cornelis Voorhoeve Jzn. zelf tot stand kwam. Hij behoorde tot de Vergadering van Gelovigen of Darbisten waar zijn vertaling ook in hoofdzaak gebruikt werd. Directe aanleiding tot een nieuwe vertaling was onvrede over de Griekse tekst, de’textus receptus’ waarop de Statenvertaling gebaseerd was. De Griekse tekst die als basis zou dienen voor deze vertaling was die van John Nelson Darby, de geestelijke vader van de ‘Vergadering’. Deze bevatte een Griekse tekst waarvan men overtuigd was dat ze meer het origineel benaderde. Met het Oude Testament van de Statenvertaling kon men genoegen nemen en die bleef onder de leden in gebruik. Vanaf 1951 verwierf het Oude Testament van de nieuwe vertaling (1951) zich een plaats naast de Statenvertaling. Later is de Voorhoevevertaling ook door een breder publiek geapprecieerd geworden.
Herziene uitgaven kwamen van de pers in 1917, 1931, 1966 en een vrij ingrijpende herziening in 1982, die het werk was van een commissie van vier leden.
Naast een uitgebreide verantwoording van de overzetting van enkele Griekse termen was de vertaling vanaf de eerste editie van voetnoten voorzien. Een opmerkelijk voorbeeld hiervan is de toelichting bij Mattheüs, hoofdstuk 1 vers 20, over de Goddelijke naam. Er staat ‘”Heer” zonder artikel, duidt hier, gelijk op vele andere plaatsen in het N.T., den naam Jehovah aan.’ In de revisie van 1982 werd de vocalisatie echter veranderd naar ‘Jahweh’.