Van tijd tot tijd kunnen we interessante Nederlandstalige Bijbels aan onze collectie toevoegen, hetzij door schenkingen, overnames van particulieren of door aankopen binnen het professionele circuit. Sommigen onderscheiden zich door hun uitgave, conditie, uitvoering of zeldzaamheid. Onder het thema ‘Biblia Neerlandica – Uitgelicht’ willen we een aantal pareltjes uit onze bibliotheek speciaal belichten.
Een ‘incompleet compleet’ werk
Dit werk uit de Biblia Neerlandica-collectie bestaat uit vier octavo-delen, gebonden in 19e-eeuwse halfleren boekbanden en bevat de Oudkatholieke vertaling van Andreas van der Schuur. De deelaanduiding op de ruggen – van 1 tot 4 – doet vermoeden dat we een compleet werk in handen hebben, waarvan het vierde afsluitende boekdeel het volledige Nieuwe Testament bevat. Toch is niet alles wat het lijkt… Deel 1-3 bevat Genesis tot en met Ecclesiasticus (of de ‘Wijsheid van Jezus Sirach’). Het gedeelte vanaf de Grote Profeten ontbreekt wat het Oude Testament dus incompleet maakt.
Uitsluitend in het laatste, nieuwtestamentische deel wordt een eerste en tweede titelpagina aangetroffen. Het werd in 1732 uitgegeven bij Cornelius Guillelmus le Febvre in Utrecht. Typografisch onderzoek levert opmerkelijke verschillen op met deel 1-3. Zo werd voor het Nieuwe Testament een ander zetsel gebruikt en ook het lettertype wijkt af. Met andere woorden, als boekwerk staat het ‘Nieuw Testament’ op zichzelf en moet pas later aan de drie delen Oude Testament toegevoegd zijn.
Nader onderzoek levert nog meer interessante informatie op. Het maandblad ‘De Oud-Katholiek’ van december 1895 (nr. 12) bevat een belangrijk aanknopingspunt om het driedelige Oude Testament te determineren. Bij de chronologische lijst van Oudkatholieke Bijbelvertalingen die in het artikel opgenomen is, plaatst de schrijver de volgende voetnoot: “In het jaar 173? zijn er drie deelen gr. 8 uitgegeven, die de boeken bevatten van Genesis tot de groote profeten. […] Van deze uitgave heb ik nooit een titel gezien.” (pag. 131, voetnoot-2). Hoewel de herkomst toen al vragen opwierp, blijkt wel dat de schrijver dit boekwerk mogelijk meerdere malen in handen heeft gehad. Op basis van zijn beschrijving lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat het Oude Testament in drie delen, als compleet mag worden beschouwd. Zelfs het telkens ontbreken van een titelblad in de beschrijving komt overeen met ons exemplaar. Maar het verhaal van het boekwerk zelf blijft hiermee in de mist van de geschiedenis onopgehelderd. Tenzij…
Gered van de papiermolen
Soms geven antieke boeken en bijbels op verrassende manieren hun geheimen prijs. De geschiedenis van dit merkwaardige werkje zou onmogelijk te reconstrueren zijn zonder de bibliotheekstempels en de handgeschreven informatie die op de schutbladen worden aangetroffen. De beschreven gebeurtenissen spelen zich af binnen de toenmalige Oudkatholieke Kerk. Ze tonen dat het boekwerk sinds 1839 deel uitmaakte van de bibliotheek van pastoor Cornelis Johannes Mulder (1817-1886). Die zou de eerste drie delen in het jaar 1839 ‘ingebonden gekregen’ hebben van de toenmalige bisschop van Haarlem, Johannes Bon (1774-1841). Pastoor Mulder beschrijft op het laatste schutblad van deel drie het verhaal zoals hij het van de bisschop mondeling overgeleverd kreeg [*].
De in het verslag genoemde ‘wispelturigen man […] A. Ahuys’ moet Adelbertus Ahuys geweest zijn, die vanaf 1754 binnen de Oudkatholieke Kerk pastoor werd van een gemeente in Amsterdam (Vinkenstraat). Als initiatiefnemer en financier van het project was het waarschijnlijk Ahuys’ bedoeling om het complete Oude Testament of misschien wel een volledige Bijbel van de pers te laten komen. Maar zijn conflict met de bisschop van Haarlem besliste er anders over en het drukken van de overige delen werd stopgezet. De aanleiding tot het ‘geschil’ wordt helaas niet vermeld. Bijbellezen door leken was tegen de gedragsregel van Rome en zorgde in de wording van de Oudkatholieke Kerk geregeld voor beroering (zie artikel Aegidius de Witte). Misschien was Ahuys’ initiatief voor de bisschop van Haarlem te controversieel waardoor hij zijn bijbelproject een halt toeriep. Hoe dan ook, het drukken van de overige delen werd beëindigd om nooit meer hervat te worden. Nadat het aanwezige drukwerk een tijdlang opgeslagen werd, heeft pastoor Cornelis Harderwijk (1790-1880) de hele voorraad aan een papiermolen verkocht om terug verwerkt te worden.
Blijkbaar werd dit driedelige setje van deze bestemming ‘gered’ en blijkt het titelloos toch een ‘incompleet compleet’ drukwerk te zijn. Wellicht was het pastoor Mulder die het Nieuwe Testament van 1732 eraan toevoegde en legde hij de basis voor haar huidige uitvoering in halfleren boekbanden. De ruggen zijn fraai voorzien van versieringen in goudstempeling en lila-kleurige titelschildjes.
[*] De volledige tekst luidt: “Deze uitgaaf van het ouden testament is bezorgd en bekostigd door den Z. E. Heer A. Ahuys, doch ten gevolge van een geschil van diens wispelturigen man, met den toenmaligen Bisschop van Haarlem is deze uitgaaf niet verder voortgezet dan het boek Ecclesiasticus. De exemplaren zijn uiterst schaars, daar de oplaag gekomen in handen van den … Heer S. Ballaard, overgegaan zijne erfgenaam Mej. I. Mulder, tengevolge van een geschil van deze met den Pastoor C. Harderwijk bij welken zij te Zaandam inwoonde en die bij haar vertrek de oplage niet wilde bergen, voor scheurpapier aan een papiermolen verkocht zijn. – Dit alles is mij verhaald door wijlen den B. v. H. [Bisschop van Haarlem] J. Bon.”.
Nadere informatie over de uitgave:
GEGEVENS: [BIBLIA SACRA; Dat is, de Heilige Schriftuer door A. van der Schuur]. Deel 1-3: Geen titel; Oude Testament van Genesis t/m Ecclesiasticus (173?). Deel 4: Het Nieuw Testament Onzes Heeren Jesus Christus, met korte verklaringen op de duistere plaetzen. Tot Utrecht, by C. G. le Febvre, 1732.
Op zoek naar een nieuwe ‘thuis’ voor een antieke Bijbel of een Bijbel/kerkboek met goud- of zilverbeslag? Wij bieden gratis onze expertise aan om hierbij te helpen.
Neem vrijblijvend contact met ons op via het contactformulier.